Controleer eerst de zekeringkast (stoppenkast):
Wanneer de aardlekschakelaar is uitgeschakeld:
- Schakel alle groepen achter de aardlekschakelaar uit met de groepsschakelaars in de zekeringkast.
- Schakel ook alle elektrische apparaten en verlichting uit, door de stekkers uit de stopcontacten te halen of de schakelaars om te zetten.
- Schakel de uitgeschakelde aardlekschakelaar en de groepsschakelaars weer in.
- Schakel de apparaten 1 voor 1 weer in, totdat de aardlekschakelaar opnieuw wordt uitgeschakeld. Zo merkt u welk apparaat het probleem veroorzaakt.
- Geeft geen enkel apparaat een probleem? Neem dan contact op met uw verhuurder/beheerder, zodat die een erkend installateur kan inschakelen. Die zal controleren of er iets met de installatie aan de hand is.
Wanneer een zekering of stop is doorgeslagen:
- Schakel de groep van de doorgeslagen zekering of stop uit.
- Schakel ook de elektrische apparaten en verlichting in de groep uit door de stekkers uit de stopcontacten te halen of de schakelaars om te zetten.
- Vervang de doorgeslagen stop of schakel de zekering weer in.
- Schakel de apparaten 1 voor 1 weer in, totdat de stop of zekering weer wordt uitgeschakeld. Zo merkt u welk apparaat het probleem veroorzaakt.
- Geeft geen enkel apparaat een probleem? Neem dan contact op met uw verhuurder/beheerder. Die zal een erkend installateur inschakelen die kan controleren of er iets met de installatie aan de hand is.
Als er niets te zien is in uw zekeringkast kan het zijn dat er sprake is van een stroomstoring in de hele straat of wijk. Dit kunt u controleren door de buren te vragen of zij wel elektriciteit hebben. Zo niet, meld de storing dan bij uw netbeheerder via 0800-9009. Via dit nummer kunt u ook meer informatie krijgen.